Mahsa Amini, die door de zedenpolitie werd gearresteerd vanwege de regels voor de hijab, is overleden nadat ze in hechtenis was mishandeld.
Mahsa Amini en haar broer Kiaresh werden aangevallen en geslagen door de geleide patrouille op 14 september, toen zij het Haqqani metrostation in Teheran binnengingen. Zij waren uit de provincie Koerdistan gekomen om familie in Teheran te bezoeken.
Na haar geslagen te hebben, bracht de moraalpolitie haar naar het beruchte Vozara detentiecentrum in Teheran. Volgens berichten werd ze in het hoofd geraakt en raakte ze in coma.
Ooggetuigen in het Vozara detentiecentrum zeiden dat Amini in het politiebusje op weg naar het detentiecentrum leek te zijn geslagen.
De agenten in het detentiecentrum zouden Mahsa's toestand hebben genegeerd, en zelfs het protest van andere gedetineerden in het centrum werd met geweld beantwoord. Uit berichten blijkt dat na de aanval in het detentiecentrum en het protest van de gevangenen, de veiligheidstroepen pepperspray hebben gebruikt om de menigte uiteen te drijven.
Toen de ambulance bij het detentiecentrum aankwam om Amini naar het ziekenhuis te brengen, was zij in coma geraakt.
De afgelopen maanden zijn op internet uitgebreide verslagen en beelden gepubliceerd van vrouwen die door veiligheidstroepen zijn mishandeld, waaruit blijkt dat de activiteiten van de zogenaamde morele politie toenemen. Een van de excuses voor hun brutaliteit is de strikte regelgeving voor de verplichte hijab. Mahsa Amini is een ander slachtoffer van geweld onder het bewind van de mullahs.