Het tribunaal voor gruweldaden in Iran (Aban) heeft twee jaar na zijn oprichting afgesloten met de definitieve mondelinge uitspraak op 30 september, waarbij de leiders van de Islamitische Republiek schuldig zijn bevonden aan misdaden tegen de menselijkheid.
Op het hoogtepunt van de huidige protesten in Iran oordeelde het panel van rechters, die het door de aanklager aangeleverde bewijsmateriaal nauwkeurig hadden onderzocht, dat de regering van de Islamitische Republiek en de aan haar gelieerde veiligheidstroepen een plan hadden opgesteld en uitgevoerd om misdaden tegen de menselijkheid te plegen, en dit buiten enige gerede twijfel.
Het bewijs werd getoetst aan de hand van beschuldigingen van misdaden tegen de menselijkheid, waaronder moord, marteling, seksuele mishandeling, onwettige opsluiting en gedwongen verdwijning van demonstranten en omstanders tijdens de landelijke protesten van november 2019.
Het panel stelde ook vast dat deze misdaden niet alleen gepland waren, maar dat de uitvoering ervan verborgen werd gehouden door de landelijke afsluiting van het internet en het monddood maken van de slachtoffers en hun families.
De uitspraak werd afgesloten met een reeks aanbevelingen, waaronder het instellen van een onafhankelijk onderzoek, het stopzetten van alle vormen van intimidatie, pesterijen en represailles tegen de betrokkenen en de afschaffing van alle wetten en praktijken die de mensenrechten schenden.
Het panel heeft 13 personen schuldig bevonden aan het plannen en uitvoeren van misdaden tegen de menselijkheid tijdens de protesten van november 2019, waarbij het van mening was dat hun bijdrage aanzienlijk en/of essentieel was, gepaard gaande met een criminele opzet.
Onder deze 13 zijn Ali Khamenei, Ebrahim Raisi en Hassan Rouhani, die de hoogste ambten van Opperste Leider resp. President van de Islamitische Republiek Iran bekleedden en (deels) nog steeds bekleden, evenals de IRGC- en politiecommandanten.
De overige 10 zijn nog steeds op hoog niveau betrokken bij de regering en leiden vandaag de dag de repressie van de protesten van 2022.
Ali Khamenei, Opperste Leider van de Islamitische Republiek Iran
Hassan Rouhani, destijds president van de Islamitische Republiek Iran
Ali Shamkhani, secretaris van de Hoge Nationale Raad (SNSC), leider van de Opperste Leider in SNSC
Ebrahim Raisi, destijds hoofd van de rechterlijke macht en huidig president
Abdolreza Rahmani Fazli, minister van Binnenlandse Zaken
Hossein Ashtari, hoofdcommandant van de politie (NAJA)
Hossein Salami, opperbevelhebber van de IRGC
Gholamreza Soleimani, hoofd van de Basij-organisatie
Hassan Karami, commandant van de speciale eenheden van de Iraanse politie
Habibollah Jan Nesari, plaatsvervangend bevelhebber van de speciale eenheden van de Iraanse politie
Leila Vaseghi, gouverneur van Shahr-e-Qods
Abdolkarim Geravand, gouverneur van Bushehr
Mohammad Mahmoudi-Abadi, gouverneur van Sirjan
Het panel formuleerde aanbevelingen aan de internationale gemeenschap, waaronder een doorverwijzing van deze situatie naar het Internationaal Strafhof, het vasthouden aan zijn plicht om verantwoording af te leggen, en de aansporing aan de Europese Unie, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk om sancties in te stellen in coördinatie met andere verantwoordingsmechanismen.
Het Iran-Atrocities-Tribunal is een onafhankelijk volkstribunaal dat is opgericht om beschuldigingen van misdaden tegen de menselijkheid door de Islamitische Republiek Iran tegen burgers tijdens vreedzame demonstraties in november 2019 te onderzoeken. Duizenden werden gedood en gewond - velen zitten nog steeds weg te kwijnen in de gevangenis.
Onder de meer dan 250 getuigen zijn rouwende families, Iraanse burgers met nog steeds (hagel)korrels in hun lichaam, en de officieren die hen dit aangedaan hebben. De Iraanse autoriteiten hebben op bevel van de Opperste Leider geweigerd een gerechtelijk of strafrechtelijk onderzoek in te stellen naar de manier waarop de protesten zijn aangepakt.