De gezinnen en moeders van de slachtoffers van het bloedbad van 1988 protesteren in Khavaran

Mothers of 1988 massacre

De gezinnen en moeders van de slachtoffers van het bloedbad van 1988 hebben zich op donderdag 13 mei 2021 verzameld op de begraafplaats van Khavaran om hun afkeuring te laten blijken van het vernietigen door het regime van de massagraven van hun naasten. Ze riepen leuzen, o.a. tegen Ebrahim Raisi, het hoofd van de rechterlijke macht in het regime. Raisi is de voorkeurskandidaat van het regime in de komende presidentsverkiezingen – een schijnvertoning – en was lid van het doodscomité tijdens het bloedbad van 1988 in Teheran.
De gezinnen en moeders van de slachtoffers van die geweldsdaad droegen foto's van hun naasten en legden bloemen op de ongemarkeerde graven in Khavaran.
Ze hielden ook borden omhoog waarop te lezen was: "Khavaran, het blijvende document van misdaad tegen de menselijkheid in Iran, het bloedbad van 1988" en "totdat de criminelen veroordeeld zijn en verantwoordelijk zijn gehouden, zullen wij vergeven noch vergeten".

 

Een bekende actie

 

Het Iraanse clericale regime is al decennialang aan het proberen het bewijs te vernietigen van zijn misdaad tegen de menselijkheid in 1988. In dat jaar heeft het regime minstens 30.000 politieke gevangenen gedood. Deze poging een deel van de geschiedenis uit te wissen is een van de bekende acties van het regime.
Het regime heeft in de afgelopen decennia verschillende keren de begraafplaats van Khavaran overhoop gehaald. De laatste keer is het Iraanse regime bezig met het uitoefenen van druk op Baha'i-families om hun naasten in Khavaran te begraven, door hen ervan te weerhouden hiervoor de ruimte te gebruiken die er op hun eigen begraafplaats in de buurt van Teheran nog is.
Volgens Amnesty International geven de lijnen die zijn getekend in de aarde ook al toekomstige graven aan.
Eerder werden in 2017 de graven van martelaren op de Behesht-e Reza-begraafplaats in Mashhad en Vadi-e Rahmat in Tabriz vernietigd. In juli 2018 vernietigde het regime de graven van de slachtoffers van het bloedbad van 1988 in Ahvaz onder het mom van het aanleggen van een boulevard.
152 voormalige VN-medewerkers en internationaal gerenommeerde juridisch experts schreven een brief naar Michelle Bachelet, de hoge commissaris voor de Mensenrechten van de VN,
waarin zij pleiten voor het instellen van een internationale commissie die onderzoek doet naar het bloedbad van de zomer van 1988, waarin duizenden politieke gevangenen in Iran werden gedood.
De speciaal rapporteurs van de VN beschreven in september 2020 deze grootschalige doding als een misdaad tegen de menselijkheid.
"Meer dan 33 jaar later blijven deze misdaden tegen de menselijkheid een open wond in Iran, midden in een crisis van systematische straffeloosheid. Nog steeds worden er hoge machtsposities bekleed door mensen tegen wie er bewijs is dat zij direct betrokken waren bij deze misdaden. Tot hen behoren het huidige hoofd van de rechterlijke macht en de minister van justitie, die cruciale rollen vervullen in het nastreven van rechtvaardigheid", zo zei Diana Eltahawy, plaatsvervangend regionaal directeur van Amnesty International voor het Midden-Oosten en Noorrd-Afrika, in een verklaring op 29 april 2021.